Een maand geleden kocht ik een fiets. Eén met versnellingen en makkelijker mee te nemen in de trein dan die oma-fiets met bak voorop. Bij de aankoop riep ik al dat ik deze wilde inwijden in het dansende-bomen-bos. Vandaag is het zover.
Ik neem de trein naar Ermelo en fiets naar de Ermelose heide. Deze staat momenteel prachtig in bloei.
Het Speulder- en Sprielderbos ligt tussen Putten, Ermelo en Garderen. Vooral in de omgeving van het gehucht Drie, bij het zeer populaire boshuis Drie, bestaat het bos uit bomen die door hun grillige vorm lijken te dansen. Daarom wordt het ook wel het bos van de dansende bomen genoemd. Je kunt er met de auto doorheen, maar ik heb hier altijd al willen fietsen. Ik zie maar een gedeelte van het bos, maar ik geniet. Ik voel me hier thuis. De rondingen maakt ze de bomen menselijk. Ze dansen niet alleen, maar strelen, vrijen, lachen.
Ik fiets naar het Solse Gat, een leemkuil waar boeren op de Veluwe leem afgroeven. Waarschijnlijk is de kuil al ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Een grote klomp ijs in de bodem liet bij het smelten een grote krater achter. Onder in het gat is een moerassig terrein ontstaan. Volgens een oude legende stond op deze plek een klooster. Vanwege het zedeloze gedrag van de monniken verzwolg de aarde het klooster. Op gezette tijden zouden de klokken van het klooster nog te horen zijn en zouden de geesten van de monniken verschijnen.
Na een biertje bij Landgoed Schovenhorst loop ik nog even naar de Bostoren. Veertig meter hoog, een klim van 235 treden. Eenmaal boven heb je een prachtig uitzicht. Mijn foto's gaven geen goede indruk, vooral veel saai groen en lichtvlekken. Daarom komen bovenstaande drie foto's van anderen. Vervolgens met de trein vanaf Putten weer naar huis. Toch maar weer mooi geflikt.