Twee dagen naar het noorden van het land. Ik neem de fiets mee op de trein naar Winsum, via Groningen.
De provincie Groningen is bezaaid met wierden: eeuwenoude kunstmatige heuvels die de bewoners van deze streek beschermden tegen het water. Op deze wierden zijn tussen 500 voor Chr. en 1000 na Chr. dorpen ontstaan. De dorpskerk werd meestal op het hoogste punt gebouwd. Ik lees over het bestaan van een fietsroute langs vijftien wierdendorpen, die gaat op de verlanglijst!
overstekend molletje
Ik overnacht in Assen, waar vandaan ik de volgende dag wil gaan fietsen. Ik was jaren geleden in Assen, bij de tentoonstelling van het terracotta-leger in het Drents Museum. Het is een enorm vooroordeel, nergens op gebaseerd, maar het leek me een saaie stad. Maar het centrum is best gezellig. De oude gebouwen rond de Brink, het groen in de stad, de vele terrassen.
Bartje Bartels is de hoofdfiguur uit de boeken van Anne de Vries. Het is een jongetje dat opgroeit in een arm Drents landarbeidersgezin en dat zich steeds minder wil schikken naar zijn lot. Als zijn moeder bruine bonen opschept, en vader oproept tot gebed, roept Bartje de beroemde zin: "Ik bid niet veur brune bonen."
Heerlijk eten bij het leuke restaurant De Bakker en De Schenker.
Vandaag een prachtige fietstocht van Assen naar Schipborg, over de Drentsche Aa, via Oudemolen en Zeegse.
De Drentsche Aa is de naam van een beek die door Drenthe en Groningen stroomt, en van het Nationaal Park.
Rutger Kopland schreef een aantal gedichten over dit gebied:
Drentse A.
I
Morgens aan de rivier, morgens waarin
hij nog lijkt te overwegen
waarheen hij die dag
weer zal gaan,
of hij diezelfde hevige bewegingen
zal maken als altijd,
of niet meer,
of zijn deze eindeloze aarzelingen
de lege gebaren van iemand
die al niet meer bestaat,
en zich heeft neergelegd
bij wat hij is, tussen zijn oevers,
in het zinloze spoor
dat hij groef
II
Alsof hij opnieuw zou willen beginnen,
zo rusteloos lijken zijn bewegingen,
alsof hij terug kon
naar zijn land van herkomst
zijn schemerig verleden in
en dan hier weer komt liggen,
maar hij is stil tussen
zijn oevers, en ook
zijn oevers zijn stil
III
Alsof hij verder zou willen gaan
dan hier, er een bestemming zou zijn,
ergens een plek waar hij
nog nooit is geweest
en daar zou kunnen komen
maar daar, in de verte
is hij al -dezelfde
als hier
IV
Morgen aan de rivier
morgen waarin hij eindelijk
niets meer zal zijn
dan de rivier
Pauze bij De Liefde van De Drentsche Aa in Schipborg.
Vanaf dit terras schreef Rutger Kopland de volgend twee gedichten:
Stroomdal XI
Al die jaren dat ik zat te kijken
op het terras aan de rivier
dacht ik: zoals hier, zo moet het zijn
niets ontbreekt, niets is overbodig
het is te eenvoudig om te begrijpen
te vanzelfsprekend om te beschrijven
zo ligt het daar
het landschap met de rivier
ik zal het nooit kennen
Stroomdal III
Ik kijk en het is alsof ik mijn lichaam verlaat
als je ziet dat alles is zoals het is
meer niet -je lichaam wordt een verlate plek
het landschap met de rivier doortrekt me
en laat me achter, zonder een gevoel, zonder
een gedachte -het laat me weten
hoe overbodig ik ben
ik zit hier, zie dit en vergeet dit, hetzelfde moment
ik ben alleen en niemand weet waar ik ben
en wat ik zie, ook ikzelf niet
Terug naar Assen via Gasteren over Balloërveld. Een hele mooie route langs hei en zand en hunebed in de zon.