Het is het Weekend van het Portret met als thema zelfportret. Honderdtwaalf werken worden tentoongesteld in Loods 6 in Amsterdam. Ik besluit om er meteen dag twee van mijn provincie-tocht te maken: Noord-Holland. Ik heb veel pinnetjes op mijn kaart in Amsterdam. En ik kan zo vreselijk slecht kiezen. Telkens als ik denk een plan te hebben steken twijfels de kop op en gooi ik het plan weer om. Dat gaat zo door tot de dag zelf. Ik besluit eerst naar Loods 6 te gaan, daar was het me om te doen en dat is alleen dit weekend.
De tentoonstelling is georganiseerd door de stichting De Nederlandse Portretprijs. Zij schrijven het volgende: Portretkunst heeft twee belangrijke aspecten: enerzijds brengen portretten personen onder de aandacht (de geportretteerden), anderzijds is het portretteren op zich een kunstvorm: de techniek; de keuze voor materiaal, compositie, kleur; de creativiteit van de kunstenaar - alles tezamen resulteert in een op zichzelf staand kunstwerk.
Eline Peek - Dreamer
De tentoonstelling is georganiseerd door de stichting De Nederlandse Portretprijs. Zij schrijven het volgende: Portretkunst heeft twee belangrijke aspecten: enerzijds brengen portretten personen onder de aandacht (de geportretteerden), anderzijds is het portretteren op zich een kunstvorm: de techniek; de keuze voor materiaal, compositie, kleur; de creativiteit van de kunstenaar - alles tezamen resulteert in een op zichzelf staand kunstwerk.
Heel veel jaar geleden zei iemand tegen me dat ik echt eens naar de Sint-Nicolaaskerk moest, het zou een mooie rustgevende kerk zijn. Ik ben er vaak langskomen, nu eindelijk erin. Deze rooms-katholieke Basiliek van de Heilige Nicolaas tegenover het Centraal Station werd eind 19e eeuw in gebruik genomen. Binnen is het enigszins donker en eenvoudig ingericht. Wel kleurrijke wanden en plafonds in de koepels, maar weinig versieringen en beelden. Er hangt inderdaad een prettige sfeer vind ik.
Soms koop ik een boek vanwege de kaft of de titel. Dit museum bezoek ik ook vanwege de naam, deze intrigeerde me al langere tijd. Op zolder werd een rooms-katholieke kerk gebouwd, in 1663, na de Reformatie, toen katholieke diensten officieel verboden waren. Van buiten lijkt het pand aan de Ouderzijds Voorburgwal op een gewoon grachtenhuis. De kerkgangers kwamen de zogeheten schuilkelder binnen via een ingang aan het naast het pand gelegen steegje. In het museum Ons' Lieve Heer op Solder krijg je naast de schuilkerk ook te zien hoe men leefde in de 17e en 18e eeuw. Er worden af en toe nog steeds diensten gehouden.
Eind februari 1993 lag er opeens een beeld tussen de stenen op het Oudekerksplein. De maker is onbekend. Er zijn meer beelden in de stad waarvan de maker, en plaatser, anoniem is. Een week na plaatsing werd het weggehaald door de gemeente, na klachten van een omwonende, die een vrouwenborst niet gepast vond op dit plein. Het plein ligt aan de Oude Kerk, maar achter de kerk begint het Wallengebied waar je vrijwel direct naast het pand van een prostituee een kinderdagverblijf vindt. Het blijft een intrigerende wereld. Eerst verbaas ik me nog over de schuifelende mensen voor me, dan realiseer ik dat dit potentiële klanten zijn die de vrouwen keuren, nog wat heen en weer dralen, de stap over de drempel nog niet durven te zetten. Een deur verderop neemt een klant net afscheid. Ik kan het niet laten de man goed te op te nemen. Hij heeft dus net seks gehad. Om een uur of twee 's middags. Lust kent geen tijd.
De Oude Kerk is het oudste gebouw van Amsterdam. Ik was hier ooit eerder, in 1992, toen ik figureerde in de film Baby of Macon van Peter Greenaway en hier rond mocht lopen in adellijke kleding en op beeld een kruisje moest slaan. Tweemaal per jaar krijgt een kunstenaar de opdracht te reflecteren op het erfgoed, door nieuw werk toe te voegen aan de architectuur. Deze zomer is dat Giorgio Andreotta Calò. Hij plaatste rood folie tegen de grote ramen waardoor de hele kerk rood kleurt. Het geeft een vervreemdend effect, vooral in combinatie met zonlicht. In de uitleg staat: de kleur heeft een sterke symbolische waarde in de kunstgeschiedenis, in het analoge printproces in de donkere kamer heeft de kleur een beschermende functie, zodat het beeld geen invloed meer heeft op het lichtgevoelige papier en dus op de afbeelding. Het werk refereert aan de afwezigheid van beeld en is een directe verwijzing naar de Beeldenstorm van 1566 die hier plaatsvond. Bovendien verwijst het naar de vernietiging van beelden in een bredere, hedendaagse context.
Zoals wel vaker vind ik de uitleg nogal vaag. De verklaring van de kunst klinkt als een slecht geschreven subsidieaanvraag. Ik geniet liever in het zonnetje van de heerlijke taart van het cafeetje direct naast de kerk.
Ik durf het nauwelijks hardop te zeggen. Ik werkte hier zo'n beetje om de hoek en toch ben ik hier nooit binnengestapt. Ik nam nooit pauze.
Het Begijnhof is het enige hofje in Amsterdam uit de Middeleeuwen. Het hofje ligt bijna een meter lager dan de rest van de binnenstad, op het middeleeuwse straatniveau. Het Begijnhof is geen gewoon hofje, het was geen oudedagsvoorziening gesticht door particulieren maar meer een soort klooster. De begijnen hadden echter meer vrijheid dan nonnen in een klooster, ze legden wel een gelofte van kuisheid af maar mochten op elk moment het hof verlaten om te trouwen. Tegenover een Engelse protestantse kerk was een rooms-katholieke schuilkerk, verscholen achter de gevel van twee woonhuizen. Op 23 mei 1971 overleed het laatste Begijntje. Er wonen nu 105 vrouwelijke bewoners. Zij proberen zich staande te houden tussen alle toeristen. Delen van het hofje zijn afgezet, daar mogen alleen bewoners komen. Bezoekers wordt gevraagd stil te zijn. En ondanks de vele mensen die hier rond lopen blijft het Begijnhof een oase van rust in het drukke stadscentrum.
Nu begint het grote twijfelen. Ik wil nog wel eens een rondvaart door de grachten maken. Maar wil ik het wel hard genoeg. En bij welke maatschappij dan. Ik sta bij het Rokin naar die standaard toeristenboten te kijken en het idee om mij tussen die dringende mensen te wurmen staat me heel erg tegen. Dan zie ik ook sloepen varen en ik begin te zoeken op internet. Zijn die sloepen alleen voor groepen? Waar kun je opstappen? Hoe duur is het?
Het internet hapert, ik kom er niet goed uit. Ik loop naar een opstappunt, tegenover de Hermitage. Daar kun je op zo'n open boot stappen, drankjes zijn inbegrepen en er gaat een host mee als gids. De host doet nogal studentikoos aan, probeert zich erg populair te maken. Ik twijfel weer, zal ik niet gewoon naar huis gaan. Op mijn telefoon zie ik nog een maatschappij met open boten, zij vertrekken vanaf de Stopera. Daar zie ik een aardige bedaarde schipper, en ik stap aan boord.
Schipper Peter heeft leuke verhalen. Dingen die ik nog niet wist. Dat een aantal huizen expres naar voren hellen zodat de goederen die opgetakeld werden niet tegen het huis zouden vallen. Ook minder regen tegen de ruiten zo. Dat de verschillende gevels niet een kwestie van smaak was, maar dat iedere gevel uit een andere periode komt. Eerst de puntgevels, daarna trapgevels, tuitgevels, halsgevels en klokgevels.
Zo'n dag maakt me weer helemaal verliefd op deze stad. Ik heb ongeveer twintig jaar in Amsterdam gewerkt, en ben altijd door de ogen van toeristen blijven kijken en zag de schoonheid, naast al het andere wat minder schoon is. Maar vandaag kriebelt het weer. Het vindingrijke bouwen, oud naast nieuw, piepkleine terrasjes op hele kleine achterplaatsjes. Die meter straat naast de kanalen vol met gezellige terrassen. De prachtige grachtenpanden. De plekken op straat waar buurtbewoners bijeenkomen, met elkaar het leven vieren. Dit blijft toch ook mijn stad.