Singer Laren

Levi van Veluw - Consent (hout en inkt)

Dinnetje en ik gaan naar Singer Laren, voor de tentoonstelling van Levi van Veluw. De kern van de 'Singercollectie' is de verzameling van het echtpaar William en Anna Singer. In de loop van de vorige eeuw verwierven zij werken van Franse schilders uit de omgeving van de School van Barbizon, bevriende Amerikaanse kunstenaars en traditioneel impressionistisch werkende Gooise kunstenaars. 

Sinds de oprichting in 1956 heeft Singer Laren de collectie kunnen uitbreiden door aankopen, schenkingen en bruiklenen. Singer Laren richt zich in het collectiebeleid op verwerving van kunstwerken uit het modernisme, zoals neo-impressionisme of pointillisme, expressionisme, kubisme en geometrische abstractie. Belangrijke kunstenaars die tot deze stromingen behoren, hebben in Laren en omgeving gewerkt. De laatste jaren is de collectie uitgebreid met werk van o.a. Bart van der Leck, Jan Sluijters, Leo Gestel, Chris Beekman, Jan Toorop, Else Berg, Gustave De Smet, Herman Kruyder, Jacoba van Heemskerck en Charley Toorop.

Naast schilderijen en werken op papier bevat de collectie een hoeveelheid prachtige beelden, waaronder zeven werken van Auguste Rodin. 

Breitner

We beginnen bij de tentoonstelling Breitner. Herontdekking van een oerkunstenaar. 
George Hendrik Breitner (1857 – 1923) is één van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars uit de late 19e eeuw. De afgelopen decennia is zijn werk vooral belicht vanuit zijn stedelijke onderwerpen en als fotograaf. Het leverde hem bijnamen op als ‘de schilder van Amsterdam’ en ‘Nederlands impressionist’. 

Als schilder van het moderne stadsleven bezoekt Breitner bij voorkeur die plekken in Amsterdam waar het zindert van leven, zoals de Zeedijk en de Dam. De grootstedelijke dynamiek die hij daar vindt, vertaalt hij naar een losse schilderstijl zonder veel details. Hierdoor lijkt het alsof hij snel werkt. Ook geven deze onuitgewerkte vormen een suggestie van beweging. De abrupte afsnijdingen in Breitners schilderijen en tekeningen, waarvoor hij geïnspireerd wordt door zijn eigen foto's, versterken het idee dat we naar momentopnames kijken. De werkelijkheid is heel anders. In zijn atelier werkt Breitner met behulp van getekende voorstudies en foto's lang en aandachtig aan het in verf vastleggen van deze vluchtige impressies. 

Breitner tekent en schildert het vrouwelijk naakt veelvuldig. De modellen komt hij tegen in het Amsterdamse nachtleven of kent hij uit zijn privéleven. Hij laat ze poseren tegen een achtergrond van telkens wisselende kleurige doeken en tapijten. Breitners werken stellen een naakte vrouw voor gezien door, en bedoeld voor, begerige ogen: erotisch en anoniem. Gezichten bevinden zich in de schaduw of zijn afgedekt door handen. Voor hem is het onderwerp vooral een middel om te experimenteren met kleur en schildertechniek. Het is tegelijkertijd voorspelbaar dat onherkenbaar in beeld komen voor de afgebeelde vrouwen een belangrijke voorwaarde was om hun medewerking te verlenen. Naakt poseren werd snel in verband gebracht met sekswerk. 

De jonge Breitner noemt in 1883 de schilders van de Haagse School zijn grote voorbeelden. Maar terwijl deze oudere meesters bekend staan om hun grijze en bruine tonen, kijkt Breitner al vroeg op een andere manier naar de wereld. Hij kiest in de eerste plaats voor een bepaald onderwerp omdat hij wordt getroffen door een kleurencombinatie of uitgesproken accent. Hieruit volgt dat 'thema' of 'voorstelling' voor Breitner iets anders betekent dan wat daar door de regel onder wordt verstaan. Voor hem zijn kleuren de hoofdzaak en is het gekozen thema een middel om deze uit te lichten. Zijn gebruik van helder blauw, rood en geel groeien gedurende zijn carrière uit tot een handelsmerk.

Marie (liggend naakt)

Breitner schikt de armen en benen van de modellen in zo veel mogelijk verschillende houdingen, die hem bevallen. In dit schilderij van Marie Jordan, die in 1901 met Breitner zou trouwen, is goed te zien dat deze poses niet perse comfortabel of natuurlijk hoeven over te komen. Jordans bovenlichaam raakt het witte laken aan terwijl haar heup en bil ongewoon hoog de lucht in worden geduwd. Hierdoor ontstaat er in haar onderrug een vreemde knik.  

Brug met regen / regen en wind

De regen en wind uit de titel van dit schilderij zijn niet zichtbaar, maar wel invoelbaar. Met diagonaal opwaaiende rokken en sjaals wekt Breitner de suggestie dat deze drie jonge vrouwen door een forse wind worden voortgeblazen. Hun monden en ogen zijn niet meer dan vegen verf. Breitner geeft ons net genoeg om er gezichten van te maken. 

Staande, naakte vrouw

Zittende dame aan een tafel

Eind jaren 1870 wordt Breitner aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag opgeleid als tekenleraar. Hoewel hij tegenwoordig vooral bekend is als schilder, blijft hij zijn hele carrière graag en veel tekenen met potlood, zwart krijt, houtskool of pen. In tegenstelling tot de meeste van zijn schilderijen maakt Breitner deze vlugge krabbels en uitgewerkte figuurstudies ter plekke, voor het motief. Sommige zijn bedoeld als voorstudie voor een schilderij, andere staan op zichzelf.  

Breitner gebruikt voor zijn tekeningen vooral potlood en zwart krijt. In Zittende dame aan een tafel voegt hij lithografisch krijt toe. Met dit vettere, diepzwarte materiaal maakt hij de achtergrond extra donker. Mogelijk wordt Breitner door Vincent van Gogh op de voordelen van dit type krijt gewezen. 

Wasvrouw

Wasvrouw is uitgevoerd in de precieze tekenstijl die Breitner krijgt aangeleerd op de academie in Den Haag. Hij is niet helemaal tevreden over het resultaat. Op de achtergrond studeert de kunstenaar nogmaals op de vorm van de arm van zijn model. Een keer zonder bundel was in haar armen en de andere keer juist mét. Hierdoor verstevigt haar greep en bollen haar armspieren op. 

Waspit

Een waspit was een meisje dat werkte in een waskaarsenfabriek. Breitner maakte ook een schilderij met deze naam:

Voorovergebogen figuur

Breitner krijgt van kunstcritici vaak het verwijt dat hij te weinig aandacht geeft aan de correcte modellering van zijn figuren. In deze tekening komt hij juist over als een kunstenaar met een grote interesse in de menselijke anatomie. De voorovergebogen houding waarin het model staat, is lastig om te tekenen. Breitner legt de nadruk op de naakte rug. Het is het enige compositie-onderdeel waarvan hij de vorm niet invult met krijt. 


Publiekslievelingen in Singer Laren

De afgelopen winter heeft het museumpubliek kunnen stemmen op het favoriete werk in de verzameling van Singer Laren. De werken met de meeste stemmen zijn opgehangen in een lange gang van het museum. 

Anton Mauve - Huiswaarts

Vanaf 1871 verblijft Mauve in Den Haag. Daar trekt hij eropuit om de landelijke omgeving te schilderen. De weg naar het Dekkersduin brengt hij diverse keren op stemmige wijze in beeld, zoals hier op een grauwe dag. Het rookpluimpje van de stoomtrein aan de horizon verraadt dat de moderne tijd in aantocht is. Reden voor Mauve om later naar Laren te verhuizen.  

Jan Sluijters - Meisje met pop

Dit net geklede meisje is vier jaar oud wanneer zij poseert voor Sluijters. Haar ouders richten hun huis rond die tijd geheel modern in, inclusief stalen buismeubelen. Een portret van de succesvolle moderne schilder Sluijters paste goed in dit eigentijdse interieur. 

Willem Steelink jr. - Na de lunch I

Welk gezelschap zou hier net zijn opgestaan na een heerlijke buitenlunch? Het kleurrijke boeket steelt de show op dit verlaten maar zonnige tafereel. Een recensent roemt de frisse kleuren en sprankelende lichtvlekken die door het bladerdak op de tafel vallen. Het zilveren servies toont een hint van de blauwe lucht. 


Levi van Veluw - Labyrinth of memories

Diep in je geheugen, ergens verborgen in de spleten van je hersenen, liggen de belangrijkste herinneringen opgeslagen die jou als mens hebben gevormd. Geen duidelijke plaatjes zoals op foto’s of video’s, maar een mengeling van zintuiglijke ervaringen. De doordringende geur van een opeengepakte menigte, de beklemmende stilte tijdens een onaangenaam bezoek, het kraken van een stem, de intense blik van een voorbijganger.

We bezoeken de eerste grote museale overzichtstentoonstelling van beeldend kunstenaar Levi van Veluw (1985). In zes zalen wordt een scala aan twee- en driedimensionale werken gepresenteerd, waaronder ook volledig geënsceneerde werelden waar de bezoeker binnen kan treden. De kunstwerken zijn niet voorzien van begeleidende teksten, ook op zijn website staat geen uitleg, zelfs geen titel. De kunstenaar wil de kijker uitnodigen een eigen betekenis te geven aan de kunstwerken en installaties. 
Als bezoeker word je door de ogen van de kunstenaar actief de presentatie ingetrokken. De ene keer ben je toeschouwer, de andere keer word je de hoofdpersoon.

Van Veluw begon met fotografie maar maakte zich vervolgens zo'n beetje alle denkbare genres eigen: vernuftig gemaakte kinetische kunstwerken, video's, ingenieuze houtskooltekeningen, werk van klei en hout, overrompelende installaties die de bezoeker een vervreemdende ruimtelijke ervaring bezorgen: mysterieuze kamers die doen denken aan kerken of andere heiligdommen. Zijn werken van klei en hout zijn geheel met de hand gemaakt, waardoor ze een authentiek, grof en organisch karakter krijgen. 

Over zijn jeugd, die vooral in zijn vroege werk een inspiratiebron vormde, wil hij kort zijn. "Ik heb altijd een onzekere thuissituatie gehad. Niet alleen doordat mijn ouders zijn gescheiden, er was eigenlijk altijd onrust, soms heel extreem. De ouders van mijn moeder hebben in concentratiekampen gezeten en zijn door de oorlog getraumatiseerd, en dat werkt allemaal door. Als kind zoek je dan naar houvast, je ontwikkelt angsten. Niet in zoverre dat ik niet functioneer, helemaal niet zelfs, eerder het tegenovergestelde. De rare trekjes die je als mens ontwikkelt, zijn voor de kunst soms juist heel vruchtbaar." 

Insistent (hout en inkt)

Dinner (hout en inkt)

Guider for Veneration (hout en kobalt inkt, voor een filmpje over dit werk klik hier)

Origin of the beginning 3.1;

Bij Sophie vertelt de kunstenaar dat de Origin of the beginning 3.0 voortkomt uit een nachtmerrie uit zijn kindertijd, waarin ontelbare balletjes rond rolden in patronen. Terwijl Van Veluw ze bij elkaar moest houden, begonnen ze te botsen en uit de bocht te vliegen. Van Veluw: "Waarom balletjes zo eng kunnen zijn? Pas later ben ik dat gaan interpreteren als: ze zijn lastig te bedwingen, ze rollen alle kanten op. Dat soort elementen ben ik daarna bewust gaan gebruiken; balletjes komen vaker terug als iets oncontroleerbaars." Het thema werkte hij onder meer uit in een slaapkamer waarvan de muren zijn bedekt met balletjes. Het patroon gaat geleidelijk over in een overweldigende chaos. Hij maakte ook een aantal video's van zichzelf in die kamer, gezeten op zijn bed, gekleed in een volledig met balletjes bedekt pad, waarbij hij benauwd lijkt te ademen en haast wegvalt in zijn omgeving.  

The Monolith

Een perfecte kubus bevindt zich in het midden van een ruimte. De kunstenaar bedenkt, verzamelt, organiseert, arrangeert, maakt, smeedt en polijst. De Monoliet is de bron. Door het gebruik van onherkenbare vormen en het creëren van een ontwrichtende omgeving raakt de bezoeker los van zijn bestaande associaties. De visuele elementen zoals rasters, geometrische vormen, een bureau of een specifieke omgeving, worden op verschillende manieren zichtbaar gemaakt. Soms lijken ze vertrouwd, dan weer vervreemdend of gefragmenteerd, los van elkaar of juist opnieuw geïntroduceerd in een nieuwe context.
Metropolis M: Kabinetten met het materiaal geordend in verschillende stadia (geslepen, ruw of in poedervorm) tonen het gevecht van Van Veluw; een krachtenstrijd tussen mens en materiaal. 

The Chapel

The Chapel bestaat uit een mysterieus diepblauw object, een asymmetrische structuur opgebouwd uit verticale rechtopstaande blokken. In deze installatie speelt Van Veluw met een verscheidenheid aan archetypische religieuze elementen. Een lichtstraal valt door de opening op een altaar dat bestaat uit een gedetailleerd netwerk van roosters, vierkanten en openingen. Rondom het altaar liggen kleine verkruimelde stukjes blauwe steen. 

Beyond Matter

De vloer, wanden en het plafond van de installatie zijn van glas. Daarachter bestaat de hele setting uit een organisch reliëf dat wordt afgewisseld met schijnbaar sacrale patronen en vormen, tentoongesteld alsof ze de overblijfselen zijn van een mysterieuze sekte. Met haar industriële staal-en-glasstructuur verwijst de installatie bovendien expliciet naar de modernistische architectuur. Voorwerpen worden achter glas tentoongesteld, worden hierdoor onmiddellijk kostbaar en krijgen een sfeer van waarheid en institutioneel belang. 

Van Veluw, met een grootvader die dominee was, is al sinds zijn vroege jeugd gefascineerd door de kerk en haar rituelen. Maar ook moderne spirituele stromingen, zoals de bekende Scientology Kerk, die op overtuigende wijze religieuze symbolen gebruiken, intrigeren hem. Van Veluw heeft nauwgezet de rijke vormentaal en verbeeldingskracht bestudeerd die worden gebruikt om mensen tot een religieus geloof te leiden. Hij onderzoekt hoe de verschillende religies door middel van vorm en beeld in de geest van de gelovigen werken. Op dezelfde manier onderzoekt hij of hij als kunstenaar in staat is een overtuigende spirituele ervaring bij de bezoeker uit te lokken. Door het gebruik van licht, symmetrie en harmonie en door vormen die doen denken aan altaren, afgoden en tempels, weet hij een sacrale ervaring op te roepen. De ervaring van het binnenlopen van zijn installaties lijkt op die van het betreden van heilige grond. 

Het slotstuk van de tentoonstelling is zijn nieuwste, zaalvullende installatie, waar hij een jaar lang aan heeft gewerkt. Hiervoor is de grootste zaal van Singer Laren omgebouwd tot een spiraalvormige ruimte met duizelingwekkend veel kasten. Deze zijn afwisselend gevuld met honderden blokken klei en 1500 ‘gekleide’ hoofden, ogenschijnlijk afgekeurd door Van Veluw tijdens het reproduceren van zijn eigen beeltenis. De bezoeker wordt daarmee gevangen in de obsessieve herhaling van de scheppingsdrang van de kunstenaar. Als in een gekmakende zoektocht naar controle en perfectie, naar voltooiing, en misschien zelfs verlossing. 

In het midden is een video te zien waarin een man (een met klei bedekte Levi van Veluw) zijn eigen kop namaakt in klei. Hij boetseert steeds sneller en koortsachtiger, totdat de kop af is en hij hem bijzet in een kast met talloze soortgelijke koppen. Met een klap valt er een nieuwe homp klei voor zijn neus en begint alles weer van voren af aan. De man van klei zit gevangen in een eeuwige loop; hij kan niet anders dan zijn evenbeeld maken.

Confidence (hout en inkt)

Tuin ontworpen door Piet Oudolf, met beelden van onder andere Armando, Maria Roosen, Klaas Gubbels en Famke van Wijk. 

Informatie op deze pagina komt van:
* Singer Laren
* Levi van Veluw
* Volkskrant