foto: Frank Ruiter
Jaren geleden werd ik gewezen op de blog van Octavie Wolters, waarmee ze begon in 2005. Hierin schrijft ze over alledaagse gebeurtenissen, observaties, gevoelens.
In 2016 kwam Voorland uit, de roman die ik hier nog heb liggen op het stapeltje 'nog te lezen'. In 2020 gevolgd door 'Slot' wat ik deze zomer heb gelezen. Naast schrijver is ze ook beeldend kunstenaar.
In februari 2024 kreeg ze in de Volkskrant twaalf dilemma's voorgelegd.
Woorden of beelden? ‘Het begint altijd bij beelden. De woorden komen daaruit voort. Mijn liefde voor taal en voor beelden is even groot, maar dat deze volgorde voor mij het beste werkt, wist ik lang niet. Het schrijverschap was mijn grote droom. Maar ik ben volledig stukgelopen op het schrijven van mijn eerste roman, die in 2016 verscheen. Zozeer dat ik in een depressie belandde. Ik probeerde aan een beeld te voldoen waarvan ik dacht dat het nodig was om in de Nederlandse literatuur mee te spelen. Wat ik maakte, kwam niet echt uit mij.
Daarna kon ik twee jaar lang bijna niets. Tot ik langzaam weer begon met tekenen en schilderen. Wandelen en beelden maken. Ik begon hout- en linosneden te maken van wat ik in mijn directe omgeving zag. Ik woon na veel omzwervingen alweer een tijd in Limburg, aan de rand van Roermond. Er zijn hier akkers en bossen. Ik begon vogels te maken, ik houd erg van vogels. Daar is uiteindelijk mijn eerste prentenboek uit voortgekomen, Het lied van de spreeuw.’
‘Voorland’ verhaalt over Wolf Haasting, biologieleraar op een kleine mavo, eind jaren zestig. Zijn biologielokaal is voor hem een plek van relatieve veiligheid in een periode van grote veranderingen: hij staat op het punt om te trouwen als hij hoort dat zijn vader terminaal ziek is. In de nacht dat Wolf zijn kind verwekt, sterft aan de andere kant van het dorp zijn vader. Wanneer Wolf zijn zoon Otto voor het eerst vasthoudt voelt hij dat hij op het middelpunt van leven en dood is aanbeland. Hij voelt hoe het land aan hem trekt, hij voelt hoe het tandwiel van de tijd kantelt.
Kan de ene vergrendeling de andere openen? In een ingenieus samenspel van beeldend werk, persoonlijke beschouwingen en actuele nieuwsfeiten onderzoekt multi-talent Octavie Wolters op ontroerende en openhartige wijze hoe een depressie binnendringt in alle facetten van het leven. In haar eerlijke zoektocht naar de juiste formuleringen komt zij steeds dichter bij zichzelf door beter te begrijpen en aanvaarden hoe depressie onderdeel kan uitmaken van een mensenleven en vindt zij woorden die de lezer niet anders dan troost en berusting bieden.
De spreeuw in dit prentenboek wil een lofzang houden op wat hij allemaal ziet tijdens zijn vluchten over het land. Om zeker te zijn dat hij niets vergeet, vraagt hij alle vogels die hij kent om raad: wat moet ik in elk geval niet vergeten te vertellen? Een geweldige combinatie van mooie lino's en prachtige teksten.
Zoals het antwoord van het roodborstje: 'Vergeet niet te zingen over hoe mooi een bloem kan verdorren,' zei het roodborstje. 'Als de blaadjes van papier worden en je hun stemmen hoort knisperen in de wind. Ze zeggen: alles gaat voorbij, maar dat is niet erg want er komt weer iets nieuws.'
En de moedereend met haar kuikens: 'Vergeet niet te zingen over het leven. Leven lijkt soms zo moeilijk, maar het is het eenvoudigste dat er is. Het enige dat je hoeft te doen is bestaan, dat is meer dan genoeg.'
Het lied van de spreeuw - Alleen jij weet wie je bent
Het lied van de spreeuw - Hoe ze precies tussen de hemel en aarde in staan
Het lied van de spreeuw - Het enige dat je hoeft te doen is bestaan
Het lied van de spreeuw - Alles wat je niet kunt zien maar er wel is
Uit het Volkskrant-gesprek over de dilemma's:
Thuis of op pad?
‘Ik ben graag buiten, in de natuur, maar ik hou ook ontzettend van thuis zijn. Mijn grootste vrijheid ervaar ik als ik aan het werk ben, hier in mijn atelier. Buiten mijn vertrouwde omgeving en mijn kleine kring van fijne mensen voel ik me al snel raar en heb ik last van angsten. Ik houd niet van dingen die veel andere mensen juist fijn vinden. Ik ga niet graag weg, houd niet van vakantie.
Ik gedij bij voorspelbaarheid en een bepaalde regelmaat. Misschien heb ik daarom ook wel de maanden van het jaar als vorm voor het boek gekozen. Het vaste ritme waarmee de tijd verstrijkt. Al is tijd natuurlijk een menselijk concept, dieren kennen het niet, die zijn altijd ‘in het moment’. Ik ben dat alleen als ik aan het werk ben. Dan verdwijn ik in een tijdloze capsule waarin alles vanzelf gaat.
In het dagelijks leven zit mijn innerlijke criticus me in de weg en een onophoudelijke stroom van twijfels, onzekerheden. Als ik werk, weet ik precies wat ik moet opschrijven, maken, tekenen of gutsen. Dan is er geen enkele twijfel of vraag meer. Dan voelt mijn hoofd als een kamer zonder muren waarin ik vrij kan bewegen. Dan denk ik niet meer, maar weet ik.’
Octavie Wolters vraagt zich al haar hele leven af hoe vogels tegen de dingen aan kijken. Hoe mooi het zou zijn om met hen te kunnen praten.
Dit gaat nooit voorbij is een bundel persoonlijke verhalen over haar wandelingen, en is een reis door de seizoenen en het leven zelf. Het bevat schitterende linosneden in kleur en op groot formaat. Het boek gaat over troost vinden in de kleine wonderen van de natuur. Over geloven in wat je niet kunt zien, over het geluk van het meest eenvoudige. Een fragment:
'Ik heb lang gedacht dat troost iets zinloos is,' zeg ik tegen de mezen. (...)
'Troost leek me zo klein, zo broos. Troost voelde zo onmachtig.'
Ik heb me lang vastgeklampt aan hoop, aan een verwachting, in welke vorm dan ook. Aan de gedachte dat alles ergens goed voor is. Zolang is alles een reden kon toedichten, was ik de baas.
'Troost betekent overgave,' zeg ik. De mezen knikken, hun kleine zwarte snavels glanzen in het voorjaarslicht, hun veertjes zitten een beetje in de war. Ik ben ontroerd door hoe verfomfaaid ze eruit zien. Twee warme zachte bolletjes.
'Troost is er als al het andere al lang vervlogen is,' zeggen ze.
Dit gaat nooit voorbij -
De mezen in de perenbloesem
Dit gaat nooit voorbij -
Scholeksters op de oever
Dit gaat nooit voorbij -
De merel in het maanlicht
Dit gaat nooit voorbij -
De mees in de braam
Uit het Volkskrant-gesprek over de dilemma's:
Troost of hoop?
‘Troost, absoluut. Ik heb me lang vastgeklampt aan hoop, aan de gedachte dat alles ergens goed voor is, dat dingen weer goedkomen. Maar ziekte, dood en de grimmigheid van het leven hebben geen enkel doel. En het kan ook níét goedkomen. Dan is hoop ontoereikend.
Die gedachte zorgde in eerste instantie voor ontreddering. Tot ik me realiseerde dat er dingen zijn die blijven staan als alles omvalt. Ik ben graag in de natuur, wandel veel. In mijn donkerste perioden kwam er af en toe iets van schoonheid en troost op mijn pad: een waas van groen boven de akkers, het drasland waar de sneeuwklokjes uit tevoorschijn komen, kamille en klaprozen, bomen en vogels.
Troost is een vorm van overgave. Troost is wat overblijft als al het andere is vervlogen. De schoonheid van de natuur is mijn troost. Daar vind ik lichtpuntjes waardoor ik zwaarte kan dragen. Het besef dat de maanden verstrijken, dat de natuur de seizoenen doorloopt ongeacht wat ik doe, geeft me een prettig gevoel van nederigheid en vrijheid.
Er zijn natuurlijk mensen die in zoveel narigheid zitten dat troost geen ruimte biedt, het leven kan je dingen toewerpen die je volledig uit het veld slaan. Die fase ken ik ook, dat je het licht echt even niet kunt zien, dat overleven de enige optie is.’
Een deel van haar andere kunstwerken:
Draagkracht
Geborgen
Moeder en kind
Overgave
IJsvogel
Ik heb je vastgehouden
Pauw in de sterrennacht
Reiger
Spreeuw met goud
Roodborst in het riet
Specht
Uit het Volkskrant-gesprek over de dilemma's:
Zaaien of oogsten?
‘Zaaien. Want het liefst ben ik aan het werk in mijn atelier. Al is oogsten ook mooi. Ik hou veel van mijn publiek dat me trouw volgt, sommigen al sinds ik in 2005 begon met een weblog. En daarna op Twitter, mijn website en Instagram. Ik weet dat er veel narigheid rondgaat op sociale media, maar dat gaat volledig aan mij voorbij. Ik bevind me in een soort hoekje van schoonheid, troost en creativiteit. Een warm bad, ik kan niet anders zeggen.’
Informatie
Octavie Wolters
de Volkskrant (alleen te lezen met een online abonnement)