Met Dinnetje een dag de toerist uithangen in Den Bosch. We beginnen met een fluisterbootje op de Binnendieze. Den Bosch ontstond als kleine ommuurde stad, ter grootte van de Markt en een aantal straatjes. Later werd de stad nogmaals ommuurd, nu ter grootte van de huidige binnenstad. De riviertjes binnen die muren kregen de naam de Binnendieze. De Binnendieze werd gebruikt als watervoorziening, wasplaats en afvalstort en stroomde vroeger achter de huizen langs. Schepen vervoerden hun handelswaren over de smalle waterloopjes, de ijzer- en lakenindustrie gebruikte het water in het productieproces.
Omdat ’s-Hertogenbosch een vestingstad is, moest er zoveel mogelijk binnen de stadsmuren worden gebouwd. Zodoende werden grote delen van de Binnendieze overkluisd: huizen, straten en zelfs een kerk en het stadhuis werden al of niet gedeeltelijk over het water heen gelegd. Op de boot hoor je niets van het winkelende publiek. Ik waan me tijdens de tocht afwisselend in de middeleeuwen met al die oude panden en in Venetië vanwege de vele bruggetjes. De schipper vertelt geanimeerd over de geschiedenis van de stad en de meerdere restauraties van de muren. Een hele fascinerende tocht en heerlijk om te doen met dit warme weer.
Het had niet veel gescheeld of de Binnendieze was uit de binnenstad verdwenen. Omdat de Binnendieze slecht werd onderhouden en behalve riool eigenlijk geen functie meer had, was het vieze water een gevaar voor de volksgezondheid. In 1969 lagen er plannen klaar om de hele Binnendieze te dempen en te slopen. Advocaat Hein Bergé en architect Jan van der Eerden (afgebeeld op de plaquette op de foto rechts) trokken ten strijde tegen het gemeentelijke besluit. Met hulp van toenmalig cultuurminister Marga Klompé (KVP) werd de Bossche binnenstad in 1972 van rijkswege tot beschermd stadsgebied uitgeroepen. Omdat het water een belangrijke cultuurhistorische waarde had, is de Binnendieze gedurende vijfentwintig jaar stap voor stap gerestaureerd. Funderingen moesten worden aangepast, en er moest toestemming worden gevraagd van de eigenaren van alle afzonderlijke panden. Van de oorspronkelijke twaalf kilometer bleef uiteindelijk 3630 meter bespaard, waarvan 1290 meter overkluisd.
Daarna te voet door de stad. Over de Markt, langs het VVV, gevestigd in De Moriaan, het oudste bakstenen woonhuis in Nederland, door gezellige straatjes met muurpoëzie, langs aantrekkelijke winkeltjes zoals het geweldige 1000 en 1 nacht, de vele terrassen en uiteraard de Bossche Bollen.
De Sint-Janskathedraal heb ik al zo vaak op plaatjes voorbij zien komen, nu eindelijk eens in het echt. De kathedraal is tussen 1380 en 1520 gebouwd. Uniek in Nederland zijn de dubbele luchtbogen en uniek in de wereld zijn de 96 luchtboogfiguren. In totaal zijn er zo’n 600 beelden van dieren, monsters en mensen in en om de kathedraal te zien.
De eretitel ‘Basiliek’ kreeg de Sint-Jan van de paus door de aanwezigheid van de Zoete Moeder, het Mariabeeld achterin de kerk. Aan dit beeld worden heel wat wonderen toegeschreven.
Dan is het tijd voor uitgebreid lunchen bij bistro Tante Pietje in de Korte Putstraat, een straatje vol restaurantjes.
Ik heb zelf ook een tante Pietje (Pieternella), te zien op de foto rechtsonder naast oom Bram, broer van mijn opa.
Wat een leuke stad! Ik wil graag op korte termijn nog eens terug, om nog meer te lopen door de oude straatjes, meer winkeltjes in te gaan en met een steekkarretje en een gevulde portemonnee langs 1000 en 1 nacht.