Familiedagen


Een paar jaar geleden begonnen we ermee, een broer-zussendag. En laat het nou net op de dag die we dit jaar geprikt hebben Nationale broer en zus dag zijn! Taakverdeling: ik bedenk waar we heen gaan, mijn zus zegt ja of nee, en mijn broer laat zich verrassen. 

We beginnen bij het Oranjehotel in Scheveningen. Tussen 1940 en 1945 zaten hier ruim 25.000 mensen opgesloten voor verhoor en berechting. Al in de oorlog werd de gevangenis het Oranjehotel genoemd, een ode aan de verzetsstrijders die hier vastzaten. We gaan hier naar toe omdat een oom van mijn moeder hier gevangen heeft gezeten.  Na ongeveer 3 maanden werd hij gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Ik schreef eerder over hem. Indrukwekkend om nu zelf rond te lopen in de ruimtes waar hij zijn laatste 3 maanden doorbracht en waar zoveel anderen een angstige onzekere tijd doormaakten. 

eén van de toegangsdeuren tot de gevangenis

in de cellen is een film te zien met getuigenissen van overlevenden

gedicht van Remco Campert, fragment uit 'Iemand stelt de vraag'

 

Tijdens het zingen van Psalm 43 vers 4 liep de oom van mijn moeder naar de fusilladeplaats. In het museum ligt het boek bij deze psalm open. Verder brieven van ongeruste familie, papieren schaakspellen, tekeningen en enorm vindingrijke manieren om boodschappen over te dragen zoals morsetekens geborduurd in een geruite zakdoek. 

Via de kleine poort verlieten terdood-veroordeelden het Oranjehotel. De grote poort staat altijd op een kier, met een glasplaat ertussen. Zo is er altijd zicht van buiten naar binnen en van binnen naar buiten.

Tijdens ons bezoek komen we achter het celnummer van ons familielid. Nummer 554. Helaas bestaat de cel niet meer. Op het raam staan de cijfers van de afgebroken cellen, een plek waar nu een braakliggend terrein is. Ook de cel waar zijn broer korte tijd heeft gezeten bestaat niet meer, daar is nu de hal van het museum. Toch bijzonder om zo dichtbij een stuk familiegeschiedenis te staan. 

Na het museum rijden we naar de Waalsdorpervlakte, met de bekende Bourdonklok. Op deze plek in de Wassenaarse duinen fusilleerde de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog ruim 250 mensen. Zij brachten hun laatste nacht door in de dodencel en werden met een vrachtwagen naar deze plek gebracht. De doden werden achtergelaten in een massagraf. 

Op deze plek hoor ik een bijzonder verhaal, het verhaal van Pieter Kuijt. Hij werkte voor de Leidsche Duinwater Maatschappij en plantte, ook tijdens de oorlog, helmgras op onder andere de Waalsdorpervlakte. Wanneer er gevangenen vanuit het Oranjehotel werden gefusilleerd verstopte hij zich om daarna helmgras op het graf te planten. Dankzij hem zijn na de oorlog 250 lichamen van slachtoffers teruggevonden.

Na de lunch rijden we naar Leiden, en bezoeken de Hortus Botanicus. Ik was er ooit voor een feest, maar liep nog niet langs de planten.

Ik geef me hier maar over aan de pracht van de diverse bloemen, in plaats van het zoeken naar namen.
Dit is kunst!


Twee dagen later is het tijd voor een nieuwe traditie. Omdat het soms moeilijk is om kadootjes voor elkaar te bedenken spreken mijn zus en ik met mijn schoonzus af dat we voortaan dagjes uit organiseren. Leuk om iemand zo te verrassen en blij te maken. 

We beginnen met een bezoek aan kasteel de Haar in Haarzuilens. Het is het grootste kasteel van Nederland en werd gebouwd vanaf 1892 op de ruïne van het oud kasteel. Door het huwelijk van Yosina van de Haar met Dirk van Zuylen van Harmelen kwam het slot in het jaar 1449 in het bezit van de familie Van Zuylen. Door verwoestingen en noodweer restte er aan het einde van de 19e eeuw niet meer dan een romantische ruïne. In 1890 erfde baron Étienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar de kasteelruïne. Hij was getrouwd met barones Hélène de Rothschild, een erfgename van de rijke bankiersfamilie De Rothschild. Mede dankzij haar fortuin had Étienne de middelen om het voorvaderlijk kasteel op een grandioze manier te laten herbouwen. Voor de herbouw werd architect Pierre Cuypers ingeschakeld. 

Hoewel de baron en barones nooit van plan waren om het kasteel permanent te gaan bewonen, werd het toch van alle gemakken die aan het einde van de 19e eeuw in Europa leverbaar waren, voorzien. Het kasteel moest zeer comfortabel worden om er in ieder geval in de nazomer, in augustus en september, op grootse wijze gasten te kunnen ontvangen. 

Kasteel De Haar is geen eigendom meer van de familie Van Zuylen. In 2000 werden het kasteel en het direct eromheen gelegen park (55 ha groot) eigendom van Stichting Kasteel De Haar. Het Landgoed Haarzuilens (350 ha) kwam in het bezit van Natuurmonumenten. Alleen het châtelet naast het kasteel bleef eigendom van de familie, daar verblijven familieleden nog steeds regelmatig in de maand september. 

De centrale hal was de vroegere binnenplaats en is bij de restauratie overkapt. Het houten gewelf is rijk versierd met bladgoud. 

Foto linksboven: er konden 34 gasten plaatsnemen bij het diner in de eetzaal. Hier werden filmsterren en kunstenaars verwend.
Foto linksmidden: in de ridderzaal werden gasten na hun aankomst onthaald met thee, petit fours en sandwiches. 's Avonds werd hier geborreld, vooral door de heren, met sigaren en whiskey sour. In de aankleding verwees de architect naar middeleeuwse ridderdom en mythische helden, als voorouders en voorbeelden.
Foto linksonder: de baron en barones leerden elkaar kennen op een gemaskerd bal, en in deze ruimte werden veel feesten georganiseerd. Een aantal kunstschatten die tijdens de vele reizen zijn verzameld zijn in deze balzaal te zien. 
Foto rechts: bibliotheek

Diverse slaap- en badkamers

Kamer met verzonken bad.


De diverse vrijwilligers zijn er niet alleen om te zorgen dat bezoekers niet aan de spullen komen, ze hebben ook mooie verhalen.

Foto links: Slaapkamer met stoel voor de poes.
Foto midden en rechts: De oude keuken bevindt zich in het souterrain. Opvallend is het 150-delig koperen batterie de cuisine met de naam van de eigenaar op elk onderdeel. Koper geleidt goed maar is wel giftig. Daarom moest de binnenkant regelmatig worden vertind. In 1984 is men hierom, en vanwege het enorme gewicht van de pannen, overgestapt op roestvrijstalen pannen. 

Uitnodigende tuin in de buurt van het kasteel.
Het hoort bij een bedrijf dat picknicks aanbiedt. 


We rijden door naar de Botanische Tuinen in Utrecht. Wat groot! Wat mooi!