Met de trein naar mijn werk kom ik langs een paadje bij Soest. Een ander rijdt er denk ik ongezien langs, maar mij ontroert het. Het is geen bijzonder paadje, een smal weggetje met links en rechts 5 of 6 bomen vlak voor de spoorwegovergang. Ik kan niet uitleggen waarom, maar altijd als ik langsrijd gaat er troost vanuit. Soms rijdt er net een fietser tussen de bomen en dan moet ik denken aan de animatiefilm Vader en dochter van Michael Dudok de Wit.
Dit keer fiéts ik er heen. Het is eigenlijk te ver, eigenlijk te koud, maar ik moet fietsen van de dokter en fietsen met een doel vind ik leuker.
Ooit heeft iemand bedacht dat het mooi zou zijn aan het begin, en aan het eind, een paar bomen tegenover elkaar te plaatsen. Niét het weggetje kaal laten, of langs de héle weg bomen, maar alleen die paar aan het begin, en aan het eind. Iemand vond dit mooi, en die schoonheid, die voel ik.